Sterker maken van ons landschap
We vinden het belangrijk om bomen en struiken te planten. Bomen en struiken hebben veel goede eigenschappen. Ze houden onze lucht schoon. Ze zijn goed voor het vasthouden van water. Ze bieden een plek voor veel soorten dieren. Om voedsel te vinden of een nest te bouwen. Ze geven verkoeling als het heet is en beschutting tegen wind. Bomen en struiken zetten we onder meer langs wegen en water. Het is dan goed te zien hoe wegen en water lopen. Zo maken we zowel het landschap als de natuur sterker. We gebruiken daarbij verschillende bomen en struiken die thuishoren in ons gebied. Bomen die al heel lang in ons gebied voorkomen trekken meer insecten aan dan bomen die hier nog niet zo lang zijn. Insecten zijn belangrijk. Bijvoorbeeld voor onze landbouw en voor de natuur. Veel verschillende planten zorgen dat er minder kans is op ziekten en plagen. Waar mogelijk verbinden we gebieden met elkaar. Gebieden in het buitengebied maar ook groen in het buitengebied met groen in een dorp of stad. Veel vogels, vleermuizen en andere dieren gebruiken bomen- of struikenrijen. Als route om zich te verplaatsen of om voedsel te vinden.
De manier waarop we bomen en struiken planten verschilt per gebied. Ieder gebied heeft een andere geschiedenis en ziet er anders uit. Daar sluiten we bij aan. We houden rekening met weidevogels. In deze gebieden planten we geen hoge beplanting. We zorgen ook dat er voldoende zicht is vanaf wegen naar open gebieden.
Zelf planten wij bomen en struiken op onze eigen grond. Dit doen we bijvoorbeeld langs de fietspaden die we aanleggen. En ook langs bestaande paden en wegen. We vragen aan eigenaren van erven om aan de randen van het erf bomen en struiken te planten. Ook erven zijn belangrijk voor het landschap en de natuur. Als er ontwikkelingen in ons buitengebied zijn vragen we om een plan voor het erf. Wilt u bijvoorbeeld uw bedrijf uitbreiden? Dan vinden wij het belangrijk dat u de gebouwen omringt met water en groen (passend bij het type bedrijf). Dit geldt niet alleen voor de agrarische erven. Ook andere functies kunnen een plek krijgen in het buitengebied. Dit kan bijvoorbeeld in de Zijpe- en Hazepolder of in het landschap van West Friesland.
Voor de Zijpe en Hazepolder geldt; de bomenrijen planten we vooral in Oostwest richting. Zo houden we zicht op de duinen. We planten bomen waar je onderdoor kunt kijken. Zo blijft het zicht op de open gebieden behouden.
Langs de Noordzuid wegen zien wij graag erven met beplanting. Ook hakhoutbosjes zijn hier welkom. Deze kwamen in het verleden veel voor. Het zijn kleine bosjes die werden (of worden) opgericht om hout te kunnen verkopen of gebruiken op de boerderij. Van tijd tot tijd werden deze bosjes afgezet. Daarna kwam vanuit de afgezaagde bomen weer nieuw hout op. Na een tijdje kon dat weer worden geoogst. De houthakbosjes en het gebruik van hakhoutbosjes willen we terug laten komen.
In de omgeving van Callantsoog en de polder Koegras is het heel open en komen veel weidevogels voor. Hier planten we geen bomen langs de wegen. Erfbeplanting bij de boerderijen zien we ook hier graag. In deze omgeving werken wij samen met natuurorganisaties en recreatieondernemers aan een mooi polder landschap.
West Friesland is een gebied dat al heel lang bewoond is. Wegen en water hebben hier vaak veel bochten en kronkels. Het is goed te zien dat het vroeger een waterrijk gebied was. Een beetje zoals ons Waddengebied. Bomen in bermen laten zien hoe de wegen in het gebied lopen. Er is veel afwisseling. De ruimte tussen de wegen is open met daarin de erven. Beplanting van erven zien we graag. En natuurlijke beplanting langs de vaarten is al even waardevol.